Veel hoogbegaafde kinderen vinden het lastig om hulp te vragen of advies aan te nemen van anderen. Ze kunnen vaak al veel zelf en denken al snel dat ze alles zelf moeten kunnen. Ik draai het graag eerst om. Door dingen te maken voor een ander leert een kind dat een ander het waardeert om iets te krijgen. Vervolgens zal ik de link leggen naar het ontvangen van hulp en het vragen om hulp. Uiteraard is bij het creëren van iets moois dat je kunt geven hulp nodig zodat je weet hoe om te gaan met het aangeboden materiaal. Ook op die momenten wordt aandacht besteed aan hoe je ontdekt dat je hulp nodig hebt en hoe je dat op een gepaste manier kunt vragen. Het kind kan zelf aangeven wat hij graag wil doen of wat hij graag wil maken.
Door creatief bezig te zijn en gebruik te maken van onze zintuigen wordt het werkgeheugen belast. Hierdoor is het vaak makkelijker om over zware onderwerpen te praten zonder dat de emotionele lading die daarbij hoort de overhand krijgt. Tijdens het maken van kunst moet je ook steeds even afstand nemen van je werk, om te kunnen kijken wat je aan het doen bent en of het wordt wat je in gedachten had. Deze pauzes zorgen ervoor dat je het gespreksonderwerp kunt loslaten en de emoties die wél zijn boven gekomen een plekje kunt geven. Maar ook zorgt het ervoor dat je, wat je voelt, onder woorden kunt brengen.

Bij mij in de praktijk kunnen we van alles doen en is er van allerlei materiaal om iets moois te kunnen maken. We kunnen houtbewerken, bakken, schilderen, knutselen, spekstenen bewerken enz.
Bij begeleiding op school probeer ik ook altijd materialen mee te nemen zodat we samen iets kunnen creëren en dit kunnen koppelen aan het schoolwerk. We proberen het nodige met het aangename te combineren.



